VOORDELEN VAN BABYWEARING

Een baby die vlak na de geboorte dicht tegen het hart wordt gedragen, voelt zich veilig en geliefd. Veel ouders voelen intuïtief aan dat dit goed is voor hun kind, maar uit onderzoek is ook gebleken dat babywearing veel voordelen heeft, zowel voor de ouder als voor het kind. In de westerse samenleving is babywearing niet meer zo gebruikelijk. Toch past het juist heel goed bij de moderne levensstijl omdat het je helpt om je handen vrij te houden voor de dagelijkse bezigheden terwijl je je baby dicht bij je houdt.

Er zijn veel manieren om een hechte band met je baby op te bouwen, bijvoorbeeld door middel van borstvoeding of huid-op-huid contact. Volgens Dr. Zach Bush die we geïnterviewd hebben voor The Artipoppe Podcast, biedt huid-op-huid contact een goed alternatief als je om welke reden dan ook geen borstvoeding kan of wil geven. Behalve deze twee manieren is babywearing in een baby carrier, baby wrap of ring sling ook een mooie manier om een diepgaande connectie te vormen met je kind. Babywearing is waardevol en praktisch voor jou als ouder: je kunt je baby dicht bij je hart dragen terwijl je volledige bewegingsvrijheid hebt en het direct merkt als je baby iets nodig heeft.

In veel inheemse culturen is het heel gebruikelijk om je baby na de geboorte tegen je borst te dragen. Het helpt om je verbonden te voelen met je kind en een hechte band op te bouwen. Uit verschillende wetenschappelijke studies is gebleken dat je baby dicht bij je dragen veel voordelen heeft. Bijna alle onderzoekers zijn het erover eens dat de voortdurende aanwezigheid van een verzorger de emotionele, intellectuele en lichamelijke ontwikkeling van het kind stimuleert. Het is immers alleen maar natuurlijk voor een baby om zo dicht mogelijk bij zijn moeder, vader of verzorger te zijn.

Zeven wetenschappelijk onderbouwde voordelen van babywearing

Babywearing zorgt voor een hechtere band

Babywearing is een eenvoudige en toegankelijke manier om een hechte band op te bouwen met je kind. Voor een sterke band is huid-op-huid contact heel belangrijk, omdat de baby zich hierdoor warm en geborgen voelt. Je baby voelt je zachte huid, ruikt je vertrouwde geur en hoort het kalmerende geluid van je hartslag.

Een studie uit 2020¹ bevestigt dat het dragen van een pasgeboren baby gedurende de dag de maternale en paternale sensitiviteit versterkt, wat wil zeggen dat verzorgers beter in staat zijn om de basisbehoeften van hun baby te herkennen en vervullen. Hierdoor wordt de sociale en emotionele ontwikkeling van de baby sterk gestimuleerd.

Een ander wetenschappelijk onderzoek² wees uit dat ouders die kiezen voor babywearing vocaal responsiever zijn ten opzichte van hun baby. Hierdoor raken baby’s veiliger gehecht aan hun verzorgers.

Babywearing helpt jou en je baby om met elkaar te communiceren

Je baby’s signalen goed leren interpreteren geeft je vertrouwen in je vaardigheden als ouder en versterkt jullie onderlinge band. Babywearing kan daarbij helpen: als je je baby dicht tegen je aan draagt, huid-op-huid of met een laagje kleren ertussen, merk je het direct als je baby iets nodig heeft zonder dat hij een traan hoeft te laten.

Wetenschappelijk onderzoek³ heeft aangetoond dat moeders die hun baby op het lichaam dragen sneller en adequater reageren op kleine signalen van honger, vermoeidheid of verdriet dan moeders die minder lang fysiek contact hebben met hun baby. Interessant genoeg ontdekten onderzoekers³ dat verzorgers in proximale verzorgingsculturen, waar huidcontact en babywearing gebruikelijker zijn, de signalen van hun baby’s beter interpreteerden en er dus ook beter op in konden spelen. Hieruit blijkt nogmaals hoe belangrijk een sterke niet-verbale communicatie is omdat de ouder-kind interactie de ontwikkeling van baby’s ten goede komt. In de onderstaande alinea’s over de voordelen van babywearing gaan we daar nog iets dieper op in.

Babywearing geeft ouders en kinderen een veilig gevoel

Vooral bij een eerste baby kunnen ouders soms overspoeld worden door zorgen en twijfels, maar uit onderzoek4 komt naar voren dat postnatale bezorgdheid op een natuurlijke manier wordt verminderd door fysiek contact met het kind. Net als borstvoeding kan babywearing je stemming daarom direct verbeteren. Babywearing zou zelfs kunnen helpen een postnatale depressie te voorkomen5.

Een sterke connectie tussen moeder en kind, die bevorderd kan worden door babywearing, helpt de baby ook zich comfortabeler en veiliger te voelen in het eerste stadium van zijn leven. Het helpt je baby namelijk om langzaam te wennen aan de onbekende geluiden en andere prikkels uit de omgeving. Onderzoekers6 ontdekten dat diepgaand, dagelijks contact met de pasgeboren baby niet alleen gevoelens van angst en bezorgdheid bij de moeder vermindert, maar ook de emotionele gezondheid van de baby ondersteunt. Het kind leert zijn emoties beheersen, voelt zich begrepen en geholpen, en krijgt een goede basis voor een gezonde, veilige band. Dat helpt het kind ook om later gezonde en veilige relaties met anderen aan te gaan.

Baby’s die gedragen worden huilen vaak minder

Pasgeboren baby’s huilen om gehoord te worden. Een nieuwe omgeving kan een kind dan ook van streek maken, maar in verschillende studies bleek dat dit minder snel gebeurt als de verzorger de baby dicht tegen zich aanhoudt. Onderzoek6 toont aan dat babywearing huilen en onrust bij baby’s aanzienlijk kan verminderen, vooral tijdens de eerste drie maanden. In een andere studie7 werd een direct verband aangetoond tussen hoe lang een baby werd gedragen en hoe lang hij huilde. Tijdens een onderzoek naar huilgedrag bij baby’s werd een vergelijking gemaakt tussen ouders die hun baby langer dan 15 uur per dag droegen (proximale zorg genoemd) en ouders die dat minder lang deden (10 uur bij ouders uit Kopenhagen en 8 uur bij ouders uit Londen). De resultaten: baby’s die proximale zorg kregen en de baby’s uit Kopenhagen, die langer gedragen werden, huilden 50% minder vaak op de leeftijd van twee en vijf weken dan de baby’s uit Londen.

In andere observatiestudies werd het gedrag van inheemse moeders bestudeerd. In de inheemse gemeenschappen van zowel de Zinacantan (in Zuid-Mexico) als van de !Kung San (in de Kalahari-woestijn van Botswana) worden pasgeboren baby’s voortdurend in een baby wrap of sling gedragen. Onderzoekers8 stelden vast dat baby’s in de gemeenschap van de Zinacantan relatief zelden en kort huilden. In een andere studie9 werden baby’s van de !Kung San vergeleken met Amerikaanse en Nederlandse baby’s. De !Kung San baby’s huilden wel, maar aanzienlijk korter en minder luid dan gemiddeld het geval was bij de Amerikaanse en Nederlandse baby’s.

Babywearing stimuleert de lichamelijke ontwikkeling

Als baby’s worden gedragen, voelen ze de ademhaling, hartslag en lichaamswarmte van hun verzorger. Dat is van groot belang voor hun welzijn blijkt uit recent wetenschappelijk onderzoek10 . Vooral direct huid-op-huidcontact, maar ook babywearing met een laagje kleding ertussen versterkt de fysiologische stabiliteit¹¹ van kinderen. In beide gevallen wordt het kind in een gezonde verticale houding gedragen en kan hij subtiel meebewegen met de bewegingen van de verzorger.

Uit onderzoek12 is gebleken dat als het kind dagelijks in de juiste verticale houding wordt gehouden, dit een positieve invloed kan hebben op de ontwikkeling van de wervelkolom, de fysiologische vooruitgang en het bereiken van motorische mijlpalen zoals rechtop zitten zonder ondersteuning en de eerste stapjes. Uit een andere recente studie uit 202013 kwam naar voren dat baby’s die gedragen worden en zich daarbij actief vastklemmen aan hun moeder, vader of verzorger, de spieren van hun onderste ledematen sneller ontwikkelen dan baby’s die niet worden gedragen. Het gebruik van een baby carrier helpt daarbij. Vanwege de gezonde verticale positie en training van de spieren kan babywearing dus bevorderlijk zijn voor een gezonde ontwikkeling van de nek, rug en heupen.

Babywearing stimuleert de spraakontwikkeling

Door babywearing bevindt het kind zich op stemhoogte van de verzorger, wat bevorderlijk is voor de ontwikkeling van de luister- en spreekvaardigheden. Onderzoek14 bevestigt hoe groot de invloed is van maternale en paternale responsiviteit op de ontwikkeling van leer- en spreekvaardigheden. Door je baby dicht bij je te houden is hij altijd binnen je gezichtsveld en je gehoor, dus is het eenvoudig om direct op hem te reageren15. Kinderen leren zo verbanden te leggen tussen bepaalde woorden, ze te verbinden aan betekenissen en nog veel meer doordat ze gesprekken opvangen tussen hun verzorgers en anderen. Daarbij is uit andere onderzoeken16 gebleken dat baby’s die meer gedragen worden verder ontwikkelde pre-linguïstische geluiden maken.

Babywearing past goed bij de moderne levensstijl

Babywearing is al eeuwenlang gebruikelijk in verschillende culturen. Het is een geweldige manier voor drukke ouders en verzorgers om hun handen vrij te houden, vooral als ze werken of vaak op pad gaan met bijvoorbeeld vrienden of in de natuur. Vrij zijn om te gaan en staan waar je wil heeft zowel voor het kind als de verzorger een groot aantal uiteenlopende voordelen, maar je kind altijd in je armen dragen is vrij zwaar. In een recente studie17 kwam naar voren dat je baby dragen in een baby carrier, baby wrap of ring sling efficiënter en minder zwaar zijn dan het dragen van je baby in je armen. Onderzoek18 toont verder aan dat babywearing nieuwe ouders helpt om actief en fit te blijven doordat ze met babywearing naar schatting ongeveer 500 calorieën per dag meer gebruiken. Babywearing helpt verzorgers namelijk om langer en sneller te bewegen, waardoor ze moeiteloos hun dagelijkse bezigheden kunnen combineren met de zorg voor hun kind.

SHOP Artipoppe

LEES MEER over Artipoppe

Bronnen
  1. Williams, L.R. (2020). The impact of infant carrying on adolescent mother-infant interactions during the still-face task. Infant and Child Development, 29(3), e2169.
  2. Anisfeld, E., Casper, V., Nozyce, M., & Cunningham, N. (1990). Does infant carrying promote attachment? An experimental study of the effects of increased physical contact on the development of attachment. Child Development, 61(5), 1617–27.
  3. Little, E.E., Legare, C.H., & Carver, L.J. (2019). Culture, carrying and communication: Beliefs and behavior associated with babywearing. Infant Behavior and Development, 57, 101320.
  4. Lonstein, J.S. (2007). Regulation of anxiety during the postpartum period. Frontiers in Neuroendocrinology, 28(2–3), 115–41.
  5. McMahon, C.A., Barnett, B., Kowalenko, N.M., & Tennant, C.C. (2006). Maternal attachment state of mind moderates the impact of postnatal depression on infant attachment. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 47(7), 660–9.
  6. Hunziker, U.A., & Barr, R.G. (1986). Increased carrying reduces infant crying: A randomized controlled trial. Pediatrics, 77(5), 641–8.
  7. St James-Roberts, I., Alvarez, M., Csipke E., Abramsky, T., Goodwin, J., & Sorgenfrei, E. (2006). Infant crying and sleeping in London, Copenhagen and when parents adopt a “proximal” form of care. Pediatrics, 117(6), e1146–55.
  8. Brazelton T.B., Robey J.S., & Collier, G.A. (1969). Infant development in the Zinacanteco Indians of southern Mexico. Pediatrics, 44(2), 274–90.
  9. Barr, R.G., Konner, M., Bakeman, R., & Adamson, L. (1991). Crying in !Kung San infants: a test of the cultural specificity hypothesis. Developmental Medicine & Child Neurology, 33(7), 601–10.
  10. Reynolds-Miller, R.L. (2016). Potential therapeutic benefits of babywearing. Creative Nursing, 22(1), 17–23.
  11. Nyqvist, K., Anderson, G., Bergman, N., Cattaneo, A., Charpak, N., Davanzo, R., & Widström, A. (2010). Towards universal Kangaroo Mother Care: Recommendations and report from the First European conference and Seventh International Workshop on Kangaroo Mother Care. Acta Paediatrica, 99(6), 820–6.
  12. Siddicky, S.F., Bumpass, D.B., Krishnan, A., Tackett, S.A., McCarthy, R.E., & Mannen, E.M. (2020). Positioning and baby devices impact infant spinal muscle activity. Journal of Biomechanics, 104, 109741.
  13. Siddicky, S.F., Wang, J., Rabenhorst, B., Buchele, L., & Mannen, E.M. (2020). Exploring infant hip position and muscle activity in common baby gear and orthopedic devices. Journal of Orthopaedic Research, 39(5), 941–9.
  14. Tamis‐LeMonda, C.S., Bornstein, M.H., & Baumwell, L. (2001). Maternal responsiveness and children’s achievement of language milestones. Child Development, 72(3), 748–67.
  15. Williams, L.R. (2020). The impact of infant carrying on adolescent mother-infant interactions during the still-face task. Infant and Child Development, 29(3), e2169.
  16. Goldstein, M.H., Schwade, J.A., & Bornstein, M.H. (2009). The value of vocalizing: Five‐month‐old infants associate their own noncry vocalizations with responses from caregivers. Child Development, 80(3), 636–44.
  17. Little, E.E., Legare, C.H., & Carver, L.J. (2019). Culture, carrying and communication: Beliefs and behavior associated with babywearing. Infant Behavior and Development, 57, 101320.
  18. Leonard, W.R., & Robertson, M.L. (1992). Nutritional requirements and human evolution: A bioenergetics model. American Journal of Human Biology, 4(2), 179–95.